zaterdag 31 oktober 2020

En dat is twee

Gister dagje bij Ruud. Prima gewandeld, brainstorm over product idee, heerlijke pasta als lunch, geweldige finale in de Vuelta en bij thuiskomst lag er dit cadeautje.
Als de zoon van een beroemde vader of moeder valt het doorgaans niet mee om in die schoenen te gaan staan.
De zoon van Eddy Merckx was een prima coureur, maar Alex kwam niet tot de enkels van Papa.
Jordi Cruijff, Ray Nicholson, Dhani Harrison, Julian en Sean Lennon, Weston Cage, Connor Cruise, Scott Eastwood en John David Washington. Het is lastig.
Een enkele keer is de zoon significant beter dan papa: Mathieu vd Poel.
 
Maar hoe moet het in vredesnaam met drie zonen van drie briljante muzikanten?
Vorig jaar maakte The Allman Betts Band hun debuut album. Uitstekende plaat en ik schreef daarover:
“Devon Allman, Duane Betts en Berry Oakley zijn alle drie een zoon van drie van de oprichters van de legendarische Allman Brothers Band.Hoewel de muziek zo nu en dan aanleunt tegen wat hun pappies maakte, heeft de band een eigen stijl.Lekkere rock, soms subtiel, soms briljant en dan lekker meeslepend (vooral dat) zoals de titel song.”
 
Nu is er dan het tweede album en het is een stap voorwaarts. Rijper, zelfverzekerd en ze durven jams meer uit te smeren zoals de vorige generatie als geen ander wist te doen.
Duane Allman hamerde vroeger op Hittin The Note (in poldertaal: de juist snaar weten te raken) en dat een famlieband (en vrienden) meer chemie kan bevatten. Een filosofie die de ABB na de dood van Duane voor een heel groot deel vast hebben weten te houden. Bizar knap trouwens.
 
De nieuwe generatie heeft bij hun tweede plaat dat ook te pakken. Ja het blijft achter bij de top albums van de ABB, maar dat was ook bijna onwerkelijk wat die maakte.
Wat deze nieuwe lichting maakt behoort in dit genre gewoon tot de hedendaagse top!
Het nieuwe album bevat Bluesrock, Southern Rock en eigenlijk vooral Americana op heel hoog niveau.
 
Ik ga even kris kras door het album omdat ik het all de nodige keren online had beluisterd.
Op het 12 minuten lange Savannah’s Dream laten de heren even horen dat ze op dit moment tot de beste Jam bands behoren. Het gaat vanzelf. Ze spelen samen of ze nog nooit iets anders hebben gedaan. Van mij had het 22 minuten mogen duren!
Grote klasse en pappies zullen trots zijn.
 
Carolina Song kan zo gebruikt worden op het conservatorium hoe je een goede Bluesrock song maakt. Top.
Pale Horse Rider is een geweldige snaren-oorlog…………..Blues en Southern Rock met zelfs een snufje Grunge.
Magnolia Road is eerder al als single uitgebracht en de zevenkoppige band laat hier in de breedte horen waartoe ze in staat zijn.
 
Het dubbelalbum bevat 13 nummers en ik heb er maar even een paar uitgepikt.
13 topnummers waarbij Savannah’s Dream voor mij de winnaar is.
De Allman Betts Band is in zeer korte tijd gegroeid naar een ongekend hoog niveau. Dit album laat zien dat individuele kwaliteiten alleen tellen als er chemie en samenwerking is.
Daarnaast is het album analoog opgenomen (2 inch tape) in een zogenaamde live-studio setting. Dus als band samen spelen en alles tegelijk opnemen.
Dus niet zoals bij beroemde albums als Abbey Road (Beatles) en Deja Vu (CSNY) om beurten de studio in en er vervolgens een techneut en een producer wat van laten maken.
Soms krijgen bands een compliment dat ze live net zo spelen als in de studio. Als ze al spelen en een deel geen tape is?
 
Voor de Allman Betts Band geldt net als voor hun legendarische vaders een veel grotere compliment: Ze spelen in de studio net zoals ze live spelen! 
 
Dit is niet een stap voorwaarts maar een sprong.
Voor mij een van beste albums van 2020 ...........
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten